Op 21 mei 2012 heeft het
Tweede Kamerlid Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) Kamervragen gesteld aan
de demissionaire minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de
demissionaire staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Joop Atsma over
olieboring in het Noordpoolgebied (ingezonden 21 mei 2012) en het antwoord
(ontvangen 19 juni 2012).
Volledige tekst vragen +
antwoorden: Kamerstuk
2814
Vraag 1:
Deelt u de zorgen over de ijskappen in het Noordpoolgebied, die door het
jarenlang opstoken van fossiele brandstoffen inmiddels zo ver zijn gesmolten dat
voorheen onbereikbare Arctische oliegebieden nu binnen bereik zijn komen te
liggen? Wat vindt u ervan dat uitgerekend oliemaatschappij Shell als eerste
vanaf 13 juli 2012 proefboringen mag gaan uitvoeren in het unieke
Noordpoolgebied?
Antwoord
1: Het is niet aan mij maar aan de vergunningverlener – in dit geval de
Amerikaanse overheid – om de afweging te maken of activiteiten toegelaten kunnen
worden. De Amerikaanse overheid heeft met de vergunningaanvraag ingestemd en is
nagegaan of de mogelijke impact op onder andere de omgeving voor de bevolking,
die afhankelijk is van de Arctische natuur in het voorzien van hun
levensbehoeften, flora en fauna en het milieu acceptabel zijn. Ook is beoordeeld
of Shell’s plannen voldoen aan de vereiste standaarden om olielekkages te
voorkomen en dat in geval er iets gebeurt, hier snel en adequaat op gereageerd
kan worden.
In
algemene zin heb ik overigens geen bezwaar tegen het feit dat Shell het eerste
bedrijf is dat proefboringen gaat uitvoeren in het Noordpoolgebied. Shell
voldoet aan de eisen en voorwaarden die de Amerikaanse overheid gesteld heeft.
Daarnaast heeft Shell ook reeds ervaring met werkzaamheden onder Arctische en
subarctische omstandigheden (waaronder in Alaska, Sakhalin II, Groenland en
Rusland).
Antwoord
5: De bevoegde overheid bepaalt of genoeg maatregelen zijn genomen om de
effecten van activiteiten op onder andere de biodiversiteit te minimaliseren. De
Amerikaanse wet- en regelgeving schrijft voor, dat bij aanvragen voor
mijnbouwactiviteiten in gevoelige gebieden onderzoeken zijn opgenomen, die
ingaan op de mogelijk effecten op de omgeving.
Antwoord 7 en 8: ...Wat ik u echter wel toezeg, is dat ik Shell blijf stimuleren om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Voor dit project heeft Shell ook de lokale bevolking betrokken bij de ontwikkeling van de plannen; dergelijke contacten moeten goed onderhouden worden.
11.09.2012