Ik ben gevoelig
voor stereotype IJslandse landschappen en sentimenteel gedoe met een kuikentje.
Ik zie niet vaak in de winter zo’n jonge kauw. Voor De Veer is het overigens zijn tweede reis met Barentsz.
Misschien was het niet haalbaar om op Nova Zembla zelf te filmen. Een radioactieve regisseur Reinout Oerlemans langs de kantlijn is niet aan te bevelen en het zou zonde van die mooie Robert de Hoog, die Gerrit de Veer speelt. Maar filmen in Noord-Rusland had toch moeten lukken.
Misschien was het niet haalbaar om op Nova Zembla zelf te filmen. Een radioactieve regisseur Reinout Oerlemans langs de kantlijn is niet aan te bevelen en het zou zonde van die mooie Robert de Hoog, die Gerrit de Veer speelt. Maar filmen in Noord-Rusland had toch moeten lukken.
In zijn making off kan Oerlemans niet genoeg
superlatieven vinden om het vergelijk te trekken tussen de extreme
omstandigheden van het filmen op IJsland en Noord-Canada en de overwintering op
Nova Zembla in 1596-1597. Even vergeet hij het verschil in de beschikbare
kennis en ervaring toen en nu.
Nu ik de film
gezien heb, wordt bevestigd dat het eposverhaal historisch wordt verkracht. Reinoutje
heeft waarschijnlijk niet zitten opletten toen Isings’ schoolplaat ‘Het Behouden Huis’ in de klas werd
behandeld, maar over ‘Goede en Slechte
Tijden’ zitten dromen. Over de kwaliteit van de film laat ik me maar niet
uit. Dat hij in plaats van Willem Barentsz Gerrit de Veer als held opvoert en deze
een vriendinnetje geeft, de mooie Doutzen Kroes, is zogezegd filmische vrijheid.
Barentsz past niet in Oerlemans romantische verhaal. Die heeft al genoeg
geografische namen vernoemd gekregen en is inmiddels nagenoeg onbekend. Oelemans laat niets over van de epische
dood van Barentsz en wordt afgeraffeld ten behoeve van een vechtpartij. Na een
langdradig toneelspel duikt het reddende schip van De Rijp wel erg snel op.
Als gevolg van
het beperkte geschiedenisonderwijs in Nederland de kennis over Barentsz al
belabberd. Het is niet raadzaam de film ter vervanging van de weinige geschiedenislessen
te vertonen. De NOT-Teleac serie uit 1997 ‘Willem
Barentsz achterna’, weliswaar niet in 3D, is zelfs beter.
In de film vaart
in 1596 er maar één schip uit. De bemanningslijst klopt niet helemaal.
Scheurbuik is de spelers niet af te zien. IJspegels zien er in mijn baard
anders uit. Echter, vooral mis ik een prominente rol voor Jan Huygen van Linschoten (ca. 1563-1611), die de basis legde voor de VOC en WIC. 400 jaar
geleden, op 8 februari 1611, overleed Van Linschoten te jong.
Het was te verwachten
dat Oerlemans aan geschiedvervalsing zou gaan doen. Gerrit de Veer was er tenslotte al mee
begonnen, dichter Hendrik Tollens (1819) ging - voor eer en glorie van het
nieuwe koninkrijk der Nederlanden - mee verder en Oerlemans doet er nu een
ijsbergje bovenop. Maar de koopmannen van nu, zoals die van Royal Haskoning en Shell, op pad in Russisch noorden, kunnen er niet veel mee.
Natuurlijk was het
te verwachtte dat mijn stokpaardjes, zoals de ontmoetingen met de inheemse
Arctische bevolking, de diefstal van afgodsbeelden, de eerste mensen die de
overlevenden in 1597 zien en de Sami-gids, niet in beeld worden gebracht
Over ijsberen zal
ik het maar helemaal niet hebben. Na een Koninklijke première draaide de film Licht (When de Light comes, 1998), waarin in een Almeerse studio een levende ijsbeer de
aanval opent, twee weken in de bioscoop. Voor mij is een week Nova Zembla al genoeg.
De kritiek die Van Linschotens in 1601 op het reisverslag
van Gerrit de Veer had, kan Anno 2011 zo voor de film worden overgenomen: 'Want
aensiende de schriften, die daer van uytgegeven zijn, docht my dat alsoo de
selve maer aan landt ghesmeet waren, meer tot vermakinghe des Lesers, als tot
rechte kennisse der Noordse Landen’ (Souffrir
pour parvenir. Blz. 120. 1998).
Zie ook: www.geschiedenis24.nl GG. 2011.11.25 b; wijz.: 2011.11.27