31 augustus 2012, Nuuk – China heeft het oog laten vallen
op de bodemschatten van Groenland, waaronder ertsen, uranium en zeldzame metalen
die onmisbaar zijn in onder meer elektronische apparatuur. Het meeste moet
weliswaar nog worden opgespoord, maar de potentie is volgens de deskundigen
enorm.
De Chinese president Hu Jintao bracht in juni 2012, op
reis naar de G20-top, een driedaags bezoek aan Denemarken. Dit land heeft
weliswaar niet meer het beheer over Groenland, want sinds drie jaar is het een
zelfstandig rijksdeel binnen het Deense koninkrijk. Echter buitenlandse zaken
en de defensie zijn nog steeds taken die de Denen waarnemen. Wat Hin Jintao en
zijn Deense ambtgenote Helle Thorning Schmidt over Groenland hebben besproken,
blijft ongewis. De Chinese staatsleider geeft niet vaak een persconferentie en deed
dat ook in Denemarken niet. Maar bij waarnemers is er weinig twijfel over dat
China grote belangstelling heeft voor de bodemschatten van Groenland om zijn
groeiende industriële macht ook in de toekomst veilig te stellen.
Niet geheel toevallig reisde twee EU-commissarissen uit
Brussel, Antonio Tajani en Andris Piebalgs, kort voor Hu Jintao’s bezoek aan
Kopenhagen naar Groenland voor de ondertekening van een akkoord met het
landsbestuur, waarmee is gewaarborgd dat het bedrijfsleven in de EU de toegang
tot de bodemschatten niet kwijt raakt.
Ook over ijzererts, een van de meer klassieke
grondstoffen beschikt Groenland. Het eerste grote Chinese mijnbouwproject
daarvoor is al van start gegaan.
London Mining,
ondanks zijn naam en vestigingsplaats een Chinees concern, heeft bij het
landsbestuur vergunning aangevraagd voor de steenkoolwinning op een locatie 150
kilometer van de hoofdstad Nuuk. Het gaat om een project dat investeringen
vergt ter waarde van een kleine twee miljard euro. Vanaf 2015 wil London Mining
rond de 15 miljoen ton ijzererts per jaar gaan delven.
Over een periode van vijftien jaar ramen de Groenlanders
op basis van berekeningen van het Nederlandse ingenieursadviesbureau Grontmij
de opbrengsten in de vorm van belastingen en heffingen op 4,5 miljard euro.
Groenland is nu nog afhankelijk van een jaarlijkse
toelage uit Kopenhagen, maar met de winning van de bodemschatten komt behalve
de politieke onafhankelijkheid ook de economische zelfstandigheid binnen
handbereik. De belangrijkste bron van inkomsten is naast de Deense subsidie op
dit moment nog de visserij.
Andere concrete Chinese grondstofwinningsprojecten in
Groenland draaien om zink en koper. Daarmee zijn bedrijven bezig met de namen
Ironbank Zinc en Nordic Mining. De Chinese investeerders zijn los daarvan ook
bereid geld te steken in de nog zeer schaars aanwezige Groenlandse
verkeersinfrastructuur, onder meer in de aanleg van luchthavens en wegen.
China is echter niet de enige die interesse heeft.
Amerikaanse Britse, Zweedse en Australische mijnbouwbedrijven zijn ook
van
de partij. De Australische maatschappij Greenland Minerals and Energy zet in op
de winning van speciale metalen uit zeldzame grondsoorten en uranium. Deze
maatschappij mikt daarbij op de medewerking van een groep investeerders uit Zuid-Korea.
Naar olie en gas in de Groenlandse wateren wordt al vele jaren gezocht, met
name door de Noorse oliemaatschappij Statoil.
Bron: www.refdag.nl